Het vinden van een nieuwe bestemming voor kerkgebouwen die hun oorspronkelijk functie geheel of gedeeltelijk verliezen, is geen exclusief Nederlands thema. Ook bij onze buren wordt er volop gewerkt aan de transformatie van kerkgebouwen, met een grote variatie aan nieuwe bestemmingen.
De weg erheen verloopt wel heel anders dan in Nederland, en dat heeft redenen. We pikken er twee landen uit: België (met name Vlaanderen) en Duitsland (met name Noordrijn-Westfalen).
Nederland uitzonderlijk
In Nederland zijn kerkgenootschappen die geldig zijn opgericht automatisch ook erkend als rechtspersoon naar Nederlands recht. Zij mogen hun eigen inrichting bepalen en zijn niet gebonden aan regels van publiek- of statelijk recht, met uitzondering van de algemene regel dat zij niet mogen handelen in strijd met de wet. Dit is een unieke situatie die men in Europa alleen ook aantreft in Tsjechië. In de andere ons omringende landen worden kerkgenootschappen (mee)geregeerd door publiekrechtelijke wet- en regelgeving. Dit leidt ertoe dat burgerlijke overheden veel meer betrokken zijn bij, en invloed hebben op, het kerkelijke reilen en zeilen. En dat heeft voor- en nadelen.
België
Zo kent men in België (en in Frankrijk, Italië, Luxemburg), de ‘kerkfabriek’, die een tweehoofdig gezag kent: de kerkelijke en de burgerlijke overheid. De kerkfabriek heeft als taak de eredienst mogelijk te maken. Zij behartigt feitelijk alle materiële voorwaardenscheppende aspecten van het kerk-zijn. De kerkfabrieken dienen hun begroting in bij de provincie of de gemeente, die verplicht zijn om tekorten in de begroting aan te vullen. Ongeveer 35% van de kerkgebouwen is eigendom van de burgerlijke overheid, de overige zijn vooral van de kerkfabrieken. Het salaris van pastoors en andere bedienaren van erkende godsdiensten wordt door het Ministerie van Justitie betaalt. In het verleden maakten de burgemeester en de pastoor deel uit van de kerkraad die de kerkfabriek bestuurt. Tegenwoordig is dit de pastoor, of een ander die door de bisschop daartoe is aangewezen.
Duitsland
Om aan het rechtsverkeer In Duitsland deel te kunnen nemen, moeten kerken een verzoek indienen zodat zij rechtspersoonlijkheid verwerven. De vormgeving die de burgerlijke overheid hiervoor heeft geschapen is de Körperschaft des öffentlichen Rechtes, die in de basis sterk lijkt op de vereniging. De kerkgebouwen zijn eigendom van deze corporaties van openbaar recht.
Naast deze voor kerken door het publiekrecht bepaalde vormgeving kent Duitsland een kerkbelasting die door de belastingdienst wordt geïnd en waarbij de kerkleiding de hoogte van de belasting bepaalt. De belasting wordt geheven bij iedereen die ingeschreven staat als lid van een kerkgenootschap. Hiermee zijn de Duitse kerken de rijkste ter wereld.
Voor- en nadelen
In Nederland zijn kerkgenootschappen geheel vrij bij de inrichting van de eigen organisatie, zo zijn ze ook niet verplicht ingeschreven in een openbaar register, zoals het Handelsregister van de Kamers van Koophandel. Financieel zijn er geen banden die betekenen dat de kerken een handje worden geholpen door de burgerlijke overheid. De grote vrijheid die kerken in Nederland genieten maakt tegelijkertijd ook dat zij in zekere zin geïsoleerd hun eigen vragen, kwesties en problemen dienen op te lossen, tenzij ze zelf op zoek gaan naar allianties.
Kerkgebouwen
In het buitenland werken kerken, publieke en private organisaties steeds meer samen als het gaat om de herbestemming van kerkgebouwen. In Vlaanderen bestaat sinds 1997 het Centrum voor Religieuze Kunst en Cultuur (CRKC), dat eigenaars en beheerders van kerken terzijde staat bij alle vragen met betrekking tot (on)roerend religieus erfgoed. Het CRKC is een Vereniging zonder winstoogmerk (VZW) en erkend door de Vlaamse overheid als expertisecentrum voor religieus erfgoed in Vlaanderen en Brussel. Aanvankelijk legde men zich toe op het roerend erfgoed, inmiddels behartigt men ook het onroerend erfgoed.
In Duitsland werkt sinds kort een aantal publieke en private organisaties samen met de (aarts)bisdommen in Noordrijn-Westfalen waar het gaat om het bundelen van kennis inzake de herbestemming van kerkgebouwen. Via een website kan men voorbeelden van transformatie vinden, geldende rechtsregels van diverse kerken, architecten, aannemers en andere betrokkenen. De bedoeling is hier vooral om kennis te delen, zodat men niet in elke situatie opnieuw het wiel hoeft uit te vinden. Er wordt vooral gepleit om de aan herbestemming voorafgaande fase (fase 0) goed en diepgravend te benutten om duidelijk te krijgen welke aspecten er allemaal komen kijken bij de herbestemming van kerkgebouwen.
Resultaten
Gaat de herbestemming van kerkgebouwen bij onze buren sneller, succesvoller of beter dan bij ons? In het algemeen is dat niet het geval. Allereerst qua aantallen niet omdat de financiële noodzaak om ‘iets’ te gaan doen feitelijk ontbreekt. Tekorten in de begroting worden aangevuld (België) en de kerkbelasting garandeert een fors inkomen (Duitsland). Dit heeft er aanvankelijk ook toe geleid dat men geen actie heeft ondernomen, terwijl er in Nederland al volop werd nagedacht over herbestemming.
Nu de kerken wel erg leeg komen te staan is het tij wel wat gekeerd, zoals blijkt uit de initiatieven die hierboven werden genoemd. Omdat in de ons omringende landen álle betrokken partijen met elkaar (moeten) samenwerken, zowel publieke, private als kerkelijke organisaties, en door de bundeling van kennis valt aan te nemen dat processen sneller zullen gaan verlopen.
In Nederland werken kerken op het gebied van het herbestemmen van kerkgebouwen niet met elkaar samen, laat staan dat zij samenwerken met derden. Het hoeft ook niet, kerken in Nederland zijn vrij in hun eigen inrichting en organisatie. Het project inzake de Kerkenvisies is een stap in de richting van meer samenwerking. Door de unieke positie van kerkgenootschappen in Nederland is er nog wel een lange weg te gaan voordat er iets wordt bereikt dat lijkt op de voorbeelden in België en Duitsland.
Vlaanderen: www.crkc.be
Noordrijn-Westfalen: https://www.zukunft-kirchen-raeume.de/
foto: Muziekcentrum St. Marien Kirche in Bochum