Kerkenvisies, hoe realistisch is dat nou?

Een uitdagend en interessant project, dat van de Kerkenvisies, maar… hoe realistisch is het nou eigenlijk? Dat is wel een vraag die opkomt na lezing van het onderzoeksverslag van Jeroen Krijnen, student aan de Universiteit van Amsterdam. Zijn onderzoeksvraag luidde: ‘Wat hebben christelijke kerken nodig om medewerking te verlenen aan kerkenvisies?’. Uit zijn verslag blijkt niet alleen wat kerken nodig hebben, maar ook dat de burgerlijke overheid nog het een en ander op orde moet zien te krijgen, voordat er sprake kan zijn van een succesvolle benadering. In zijn rapport trekt Jeroen Krijnen een aantal conclusies. We vatten ze hier samen.

Kerken zelf

Kerken zijn voor een groot gedeelte zelf verantwoordelijk voor medewerking aan kerkenvisies. Bereidheid tot samenwerking met andere belanghebbende partijen en openheid voor alternatief gebruik van kerkgebouwen zijn daarbij essentiële voorwaarden. Daarnaast is het van belang dat kerken zich intern beraden op hun eigen taken en visie, en de emotionele kant van de discussies hierover niet uit de weg gaan maar juist doorstaan. Daarnaast is het van belang dat kerken een aantal praktische zaken goed oppakken, zoals kennismaking met de inhoud van het project, het aan de orde stellen van financiële, juridische, maatschappelijke en theologische uitdagingen en het maken van een inventarisatie van het kerkgebouw.

Begeleiding

Plaatselijke kerken zijn niet altijd toegerust om deze taken goed te behartigen. Het gaat vaak om vrijwilligers voor wie het opstellen van een kerkenvisie nieuw terrein is. Zij zouden zich kunnen laten adviseren door externe deskundigen, zoals Kerkelijk Waardebeheer, zelfstandige gemeentebegeleiders en kerkopbouwers, de bisdommen. Partijen met kennis van de mentaliteit en identiteit van geloofsgemeenschappen, die daarom op een goede manier kunnen adviseren.

De overheid

Ook de overheid kan bijdragen aan medewerking van kerken aan kerkenvisies. Bijvoorbeeld door (daar waar nodig) haar religieus analfabetisme te bestrijden. Dit gebeurt door kennisverwerving van structuur, historie, wereldbeeld en mentaliteit van kerken. Het is wenselijk dat de overheid daarbij ook inzicht in en begrip voor de immateriële waarde van kerkgebouwen ontwikkelt, aangezien parochies en kerkelijke gemeenten hun kerkgebouwen voornamelijk als uiting daarvan begrijpen.

Beperkingen

Op papier lijkt medewerking van kerken aan kerkenvisies haalbaar, mits de eerdergenoemde punten worden behartigd. Er zijn factoren die het opstellen van kerkenvisies ingewikkeld maken en die op korte termijn nauwelijks te veranderen zijn. Dat is de reden dat Jeroen Krijnen zijn onderzoeksverslag als titel heeft gegeven ‘Kerkenvisies, tussen idealisme en realisme’. Hij signaleert de volgende beperkingen.

1.    De rol van de burgerlijke gemeente.
Niet iedere gemeente beschikt over de vereiste middelen om medewerking te kunnen verlenen aan kerkenvisies. Vaak is er een gebrek aan professionaliteit, mankracht en motivatie. Gelet op het feit dat de gemeente initiator is bestaat het gevaar dat het project dan helemaal niet in de startblokken raakt. De realisatie van kerkenvisies stuit hier direct aan grenzen. Om frustratie te voorkomen informeren kerken het beste vooraf of de gemeente überhaupt in staat is om een kerkenvisie te initiëren.
2.    Onevenwichtige samenwerking
Gemeenten en andere niet-kerkelijke partijen hebben vaak professionele ervaring en kennis met visies voor historisch erfgoed. In het geval van kerken wordt van veelal onervaren vrijwilligers verwacht dat zij in betrekkelijk korte tijd medewerking verlenen aan iets nieuws waar ze wellicht moeite mee hebben. Er wordt dus een behoorlijke portie emotionele en praktische flexibiliteit van kerken gevraagd. Houdt het Ministerie van OCW er rekening mee dat dit gezien de verschillende belangen binnen de kerken een grote uitdaging kan vormen?
3.    Verschillende belangen
Kerken hebben de mogelijkheid om krachten te bundelen door gebruik te maken van de expertise van verschillende partijen. Samenwerking kan reëel worden belemmerd door tegenstrijdige belangen. Dit komt onder andere doordat betrokken partijen vaak maar oppervlakkig op de hoogte zijn van elkaars werkzaamheden, mentaliteit en visie op kerk en kerkgebouw. De vraag is of het project voldoende ruimte schept om tegengestelde belangen bloot te leggen én te overbruggen. Een voorwaarde voor kerken om constructief medewerking aan kerkenvisies te verlenen.

Conclusie

Jeroen Krijnen besluit zijn onderzoek ‘Kerkenvisies, tussen idealisme en realisme’ met de constatering dat het mooi is om te zien dat de overheid waarde hecht aan kerkgebouwen en bijdragen wil leveren om ze in stand te houden. Samen werken aan een toekomstperspectief met verschillende belanghebbende partijen klinkt als een ambitieus plan. Gelet op het voorgaande valt echter te betwijfelen of dit altijd in de praktijk kan worden gebracht. Dat leidt tot de vraag of een kerkenvisie realistisch gezien haalbaar is, of dat het idee blijft steken in idealisme. Toekomstige kerkenvisies zullen hier een antwoord op geven. Dankzij de ‘vormvrijheid’ van kerkenvisies valt te hopen dat er zoveel mogelijk rekening wordt gehouden met de emotionele, praktische en intellectuele verschillen tussen kerken en niet-kerkelijke partijen. Het opstellen van een kerkenvisie is altijd maatwerk en houdt maximaal rekening met de belangen van kerken. Op die manier zouden kerken goede medewerking kunnen verlenen aan het opstellen van kerkenvisies.

Copyright © 2020 Kerkelijk Waardebeheer | Website door: Webheld.nl