Deze vraag leeft binnen veel kerken. Fred Heidinga, adviseur bij Kerkelijk Waardebeheer: ‘Om dit te onderzoeken op feitelijke mogelijkheden, maar ook om die kritisch tegen het licht te houden, kunt u bij Kerkelijk Waardebeheer terecht.’ Heidinga heeft ruime ervaring als vastgoedprofessional op het maatschappelijke terrein. Hij is gewend om met andere ogen naar vastgoed te kijken en heeft vooral aandacht voor de interactie tussen mens en gebouw.
Houd de kerk in uw midden
Veel kerken hebben te maken met dezelfde ontwikkelingen: weinig tot geen nieuwe aanwas, vergrijzing, afnemend kerkbezoek, minder inkomsten. Het gebouw kan dan tot een – financiële en beheersmatige – last worden. Heidinga: ‘Het motto van Kerkelijk Waardebeheer is “Houd de kerk in uw midden”. We werken vanuit de mogelijkheden die het kerkgebouw de geloofsgemeenschap kan bieden. Verkopen kan altijd nog, soms valt een dergelijk besluit uiteindelijk niet te voorkomen. Maar het is eigenlijk nooit onze eerste optie.’
De meeste kerkzalen worden niet heel efficiënt gebruikt: veel vierkante meters worden slechts één tot twee uur op zondagochtend gebruikt. Ook nevenruimtes zijn voor de huidige kerkelijke activiteiten meestal veel minder nodig dan beschikbaar.
Onderzoek en advies
Wanneer een kerk aanklopt bij Kerkelijk Waardebeheer, brengen zij samen de situatie in kaart. De lokale kerk geeft informatie over de karakteristieken en ambitie van de geloofsgemeenschap, de lokale situatie en setting van het kerkgebouw en eventuele bijgebouwen. Kerkelijk Waardebeheer ordent, bewerkt, analyseert en vult aan met eigen kennis en ervaring. Heidinga: ‘Vervolgens brengen we een onderbouwd advies uit. Uiteraard kunnen we de kerkgemeente ook ondersteunen bij de uitvoering van beleidskeuzes op basis van dit advies. We stáán immers voor wat we adviseren.’
Verbetering exploitatie kerkgebouwen
Vaak valt aan de kostenkant weinig winst meer te behalen. Veel vaste lasten zijn niet of nauwelijks te verlagen. Het is dan ook logisch en terecht dat – als het gaat om verbetering van de exploitatie van kerkgebouwen – vaak wordt gedacht aan het verhogen van de inkomsten op basis van verhuur van ruimtes.
Maatwerk
Of verhuur kansrijk is, hangt sterk af van het concrete gebouw, de visie op het kerkgebouw, de setting en de lokale (markt)situatie. Een dynamische stadse situatie biedt heel andere mogelijkheden dan een dorpse setting of kerkgebouw midden in een woonwijk. Ook de dynamiek van de geloofsgemeenschap zelf speelt een belangrijke rol. Soms wordt onderzocht of het tegen vergoeding ’delen’ van de kerkzaal met een ander kerkgenootschap tot de mogelijkheden behoort. Dit vraagt wel de nodige flexibiliteit en inzet om tot een goede overeenkomst te komen waarbij respect is voor de wensen en gewoonten van de betrokken geloofsgemeenschappen. Advies is dus altijd maatwerk.
Kerkzaal te huur?
Niet elke kerkzaal is geschikt voor verhuur. Ze zijn nu eenmaal ontworpen met een specifiek doel: bijeenkomsten van zo’n één à twee uur. In de katholieke kerk hebben bisschoppen hier ook zeggenschap over. Heidinga: ‘Bij ander gebruik van de kerkzaal, zoals een congres, concert of theatervoorstelling, zit men vaak langer in de kerkbanken. Zitcomfort, een foyer en voldoende sanitair zijn dan wezenlijk. Vaak wil het hieraan nogal eens ontbreken. Uiteraard los van de vraag of dit andere gebruik vanuit de opvattingen van de kerkgemeente zelf wenselijk is.’
Aanpassingen kunnen de gebruiksmogelijkheden soms verbeteren. Echter, investeringen moeten dan wel uit de extra inkomsten kunnen worden terugverdiend. Anders blijven mogelijkheden vaak beperkt tot repetitieruimte voor koren/orkesten, informatiebijeenkomsten, of… het tegen vergoeding ‘delen’ van de kerkzaal met (een) andere gemeente(n). Met name dit laatste scenario kan voor beide gemeenten een goede optie zijn (win-win).
Losse verhuur van nevenruimtes
Nevenruimtes kunnen voor vergaderingen en bijeenkomsten verhuurd worden aan derden. Dit kan perspectief bieden op een goede opbrengst per jaar. Heidinga: ‘In de praktijk is het echter vaak een kunst om voldoende bezetting te behalen. Het gaat namelijk niet alleen om inkomsten. Er zijn taken – zoals bijvoorbeeld marketing, administratie, beheer – die niet uitsluitend van vrijwilligers kunnen worden verlangd. De vaak noodzakelijke inzet van professionals legt meteen een zware wissel op deze vorm van exploitatie.’
Ook laten de formele bestemming van het gebouw of de opvattingen van de kerk niet altijd toe dat ruimtes breed worden aangeboden als vergader- of feestlocatie. Een maatschappelijke bestemming beperkt de markt veelal tot sociaal-maatschappelijke huurders die zich vaak geen commerciële huurtarieven kunnen/willen veroorloven.
Permanente verhuur van ruimtes
Dit kan bij succes leiden tot een continue stroom van inkomsten. Verhuur aan bijvoorbeeld kinderopvang/BSO of andere sociaal-maatschappelijke organisaties is kansrijk en komt regelmatig voor. Verhuur aan commerciële partijen wordt vaak beperkt door de bestemming van het gebouw.
Soms is het mogelijk om (een deel van) de nevenruimtes te verbouwen en te verhuren/verkopen als woonruimte. Een dergelijke functiewijziging is ingrijpend, vraagt vaak een behoorlijke investering en is sterk afhankelijk van de medewerking van de burgerlijke gemeente. De geloofsgemeenschap is die ruimte dan ook permanent ‘kwijt’.
Goede ervaringen
Eén van de door Heidinga geadviseerde kerken koppelde onlangs terug dat het adviesrapport goed heeft geholpen om de beleidskoers uit te kunnen leggen aan de eigen gelovigen. Tevens dat het daadwerkelijk gelukt is om de kerkzaal tegen vergoeding te delen met een andere geloofsgemeenschap én om de nevenruimtes vrijwel permanent te verhuren. Deze extra inkomsten zullen hen helpen om voor een langere tijd de begroting (weer) sluitend te krijgen.
Ten slotte
Er valt uiteraard veel meer te vertellen over dit onderwerp. Wellicht in een volgend artikel. Een advies dat Fred Heidinga kerken mee wil geven: ‘Verwacht niet dat een verbeterde exploitatie van het kerkgebouw de algehele redding van de geloofsgemeenschap is. Het is al mooi als de kosten van het gebouw zelf kunnen worden terugverdiend en zij geen financiële last meer vormen. Maar de pastoor, predikant of kerkelijk werker zullen toch echt niet uit louter de exploitatie van het kerkgebouw betaald kunnen worden. Het is verstandig om er goed en realistisch over na te denken en een goed exploitatieplan te maken, op basis waarvan verantwoorde keuzes gemaakt kunnen worden en maatregelen genomen kunnen worden. Kerkelijk Waardebeheer helpt u daar graag bij.’
Wilt u meer informatie? Neem gerust contact op met Fred Heidinga of één van de andere adviseurs van Kerkelijk Waardebeheer.