Wat zijn de ontwikkelingen rondom administratie en grondbeheer bij kerken en welke tendensen zijn zichtbaar in het kerkelijk landschap? Twee vragen waarover we in gesprek gingen met ds. Gerrit de Fijter, voorzitter van KKA, KKG en KKG Adviseurs en Geert-Jan van Schijndel, voorzitter van Kerkelijk Waardebeheer. Beiden werken nu ruim een half jaar samen in de Silas Groep.
Uitbesteden
De kerkelijke betrokkenheid op het christelijk geloof wordt in bepaalde sectoren aanmerkelijk minder. Volgens de Fijter zien we daarom een krimp in het aantal kerkgebouwen. Met het samenvoegen en sluiten van kerkgebouwen verdwijnen ook de vrijwilligers bij de administraties en bij bijvoorbeeld het grondbeheer van protestantse gemeenten en katholieke parochies. De Fijter: “Deze vrijwilligers zijn vaak al lang geleden ingestapt en hebben hun taak trouw vele jaren gedaan. Wat je ziet is dat door het wegvallen van deze vrijwilligers – ook in bestaande gemeenten – steeds meer kerkelijke organisaties kiezen om dit werk uit te besteden. Ik verwacht dat deze trend alleen maar verder zal doorzetten.
Ontzorgen
We merken dit nu al, bijvoorbeeld bij het salarisbureau van KKA in Barneveld. Steeds meer protestantse gemeenten weten dit bureau te vinden. Vanuit hun professionaliteit helpen zij graag. De mensen bij KKA beschikken over up-to-date kennis. Zij weten wat echt de stand van zaken is en weten (vaak) beter om te gaan met de snelle veranderingen op het gebied van automatisering en de frequente wijzigingen in regelgeving. Door deze werkzaamheden uit te besteden weten protestantse gemeenten zeker dat het goed geregeld is. Een zorg minder.”
Lucratief
Daarnaast kan het uitbesteden van het grondbeheer ook heel lucratief zijn. De Fijter legt uit met een voorbeeld: “In de huidige tijd kan met het aankopen van grond het geld van de geloofsgemeenschap renderen tegen 2,5 à 3 % i.p.v. de bijna nul % rente van de bank. Transacties waar onze rentmeesters attent op zijn en voor kunnen zorgen.”
Ketchupfles
Een andere ontwikkeling is natuurlijk de grote hoeveelheid kerkgebouwen die de laatste tijd aan de eredienst onttrokken is. Volgens Van Schijndel zal dit vraagstuk voorlopig zeker niet afnemen: “Verschillende schattingen doen de ronde. Hoge schattingen uit het verleden zijn (nog) niet uitgekomen, dat zegt nog niet alles over de daadwerkelijke achterliggende problematiek. Het wordt wel eens vergeleken met een ketchupfles waar aanvankelijk weinig uitkomt om vervolgens na wat schudden in één keer leeg te lopen. Er is mogelijk nog veel ‘verscholen leegstand’: gebouwen staan al leeg of worden zo weinig bezocht dat ze eigenlijk als leegstaand beschouwd moeten worden. De kerkelijke bestuurders zitten ermee in hun maag, en pakken om uiteenlopende redenen het vraagstuk niet aan, waardoor het ook niet zichtbaar wordt.”
Heilige Geest
De Fijter vult aan: “Ik geloof niet in de ketchupfles, ik geloof in de Heilige Geest. Met Paus Franciscus zeg ik in het gebed na iedere vermoeide dag ‘Ik ga slapen, de kerk is van U’. Ik weet ook wel dat er mensen bij de christelijke gemeenten zitten die innerlijk al afscheid hebben genomen. Daar moet je niet te hard aan schudden. Ze hebben zich nog niet officieel afgemeld. En wie weet wat er nog met hen gaat gebeuren aan verlevendiging van het geloof. Maar daar staat tegenover dat er vele gelovigen zijn. Die zitten niet altijd in de traditionele kaders van de protestantse en katholieke kerken. Kijk maar eens naar Evangelische bewegingen zoals Opwekking en andere vormen van christelijk geloven, de migrantenkerken bijvoorbeeld. Als je ziet welke grote groepen daar te vinden zijn, soms ook in abominabele huisvesting, dan is onze slogan ‘Houd de kerk in uw midden’ niet alleen belangrijk maar zelfs noodzakelijk. Ik vind dus ook dat je het kerkgebouw moet blijven bestemmen waar het bestemd voor was. Je kunt hiermee andere christenen, zoals de migrantenchristenen bijvoorbeeld een plek geven. Het kan natuurlijk ook gedeeltelijk. Daar zijn inmiddels mooie voorbeelden van, dan wordt een deel behouden voor de kerkelijke eredienst.”
Geen eenvoudige opgave
Met de slogan ‘Houd de kerk in uw midden’ is Van Schijndel het helemaal eens. Maar hij ziet ook in de praktijk dat kerkbesturen lang proberen om zelf een oplossing voor hun kerkgebouwen te vinden, hetgeen meestal niet lukt. “Dit is niet vreemd,” zo legt Van Schijndel uit, “het is ook geen eenvoudige opgave. Het is wel even iets anders dan het verkopen van je huis, waar je meestal ook een deskundige voor inhuurt. Kerkbestuurders worden niet uitgekozen vanwege relevante kennis en ervaring inzake het selecteren en afstoten van kerkgebouwen. Vaak zitten ze ook vanuit andere, meer inhoudelijke motivaties in het kerkbestuur en je kunt het hen zeker niet kwalijk nemen wanneer ze er niet goed uitkomen en wellicht wat angstig zijn om de problematiek ‘op straat te leggen’.”
Divers kerkelijk landschap
Als je de kranten deze zomer las, ligt er toch aardig wat herbestemmingsproblematiek op straat? Van Schijndel: “Ja inderdaad, onder invloed van de aantrekkende economie worden er wat meer herbestemmingen gerealiseerd. Ik merk het ook aan het aantal hulpvragen die de Silas Groep ontvangt om kerkbesturen bij te staan in het opstellen van een verstandig onroerend goed plan.” De Fijter wil graag nog kwijt dat wat hem betreft er alleen sprake is van successen als kerkbesturen bereid zijn om niet alleen te kiezen voor de hoogste opbrengst maar ook creatief zijn: “Ik hoop dat er een divers kerkelijk landschap ontstaat.”
Kerkenvisies
Ook de overheid helpt nu een handje in dit bewustwordingsproces door de vraag naar Kerkenvisies te stellen. Van Schijndel: “Ik hoop oprecht dat de kerkbesturen de tijd en de gelegenheid krijgen om een goede visie te ontwikkelen, waarbij ze rekening houden met de veelheid van aspecten die relevant zijn voor een afgewogen gebouwenkeuze.” Van Schijndel waarschuwt voor het risico dat overheid en kerkbesturen niet gelijkwaardig actief zijn: “Vanuit de overheid is er een project in het leven geroepen met een potgeld; de lokale kerkbesturen, afkomstig uit meerdere kerkelijke achtergronden, zullen het zelf moeten doen met de eigen middelen. Ik denk dat het goed zou zijn als overheid en kerken samen optrekken en een gemeenschappelijk doel nastreven. Kerkbesturen kunnen ook wel wat hulp gebruiken. Mogelijk dat de overheid hierin financieel kan faciliteren, zodat de kerkbesturen ook hun eigen adviseurs kunnen inschakelen.”
Kerk en staat
De Fijter wijst in deze graag op de scheiding tussen kerk en staat die we in dit land hebben. “De staat maakt regels en wetten voor het publieke domein en de kerk wordt geleid vanuit het hart. Het hart dat wordt gevoed door de bron en ieder geloof heeft hiervoor zijn eigen bron. Nu gaat de overheid met Kerkenvisies een voortrekkersrol spelen om kerkgebouwen te behouden waarvan zowel gelovigen als niet gelovigen zeggen deze moeten worden bewaard voor de toekomst en moeten we overeind houden.” Volgens De Fijter hoeven kerkbestuurders niet bang te zijn, want zij zijn de eigenaren en mogen op grond van de scheiding tussen kerk en staat onafhankelijk beslissen over de kerkgebouwen. Kerkenvisies zorgen voor een mooie inventarisatie en daar is voor de burgerlijke gemeente subsidie voor beschikbaar. “Kerken maak er dankbaar gebruik van en behoud daarbij je eigen zelfstandigheid’, aldus de Fijter.
Samenwerking
De heren zijn het erover eens dat samenwerken op dit gebied goed is en dat daar de kansen liggen. Niet alleen tussen de overheid en de kerk, maar ook tussen de kerken onderling. Van Schijndel: “De kern van de problematiek is bij de verschillende kerken niet anders; er zijn wel accentverschillen die je moet begrijpen. Daarom ben ik vanaf het begin ook een warm voorstander geweest van de samenwerking binnen de Silas Groep. Eén organisatie, die de kerkelijk wereld kent en begrijpt. Die begrijpt wat de behoeften zijn, maar ook de beperkingen kent. Die vanuit één organisatie een aantal samenhangende facilitaire diensten kan verlenen. Samenwerken om de (financiële) continuïteit en vitaliteit van het kerk-zijn te verbeteren. “Houd de kerk in ons midden”, dat moeten we allemaal samen proberen te doen.”