Het Katholiek Nieuwsblad onderzocht in verband met kerksluiting de vraag of ‘God nog in het dorp woont’ (themanummer januari 2020). Dit leidde tot een “vrij ongemakkelijke conclusie”, namelijk ‘dat de Kerk helemaal niet zo belangrijk is voor de dorpsgemeenschap als wij aanvankelijk dachten of hoopten”. Deze conclusie past bij een van de conclusies die Jacobine Gelderloos trok in haar proefschrift, namelijk dat de kerk zich in de dorpsgemeenschap naar de zijkant heeft gemanoeuvreerd. Allerlei andere organisaties hebben taken van de kerken “moeiteloos en geruisloos overgenomen”, aldus het Katholiek Nieuwsblad: “Het dorp anno 2020 kan het prima zonder kerk stellen”.
Weer in contact komen
Misschien is het beter om te stellen dat het dorp anno 2020 niet per definitie op de kerk zit te wachten. Totdat het kerkgebouw dreigt te verdwijnen. Soms het laatste gemeenschappelijke gebouw in het dorp, een beeldbepalend gebouw waar iedereen welkom is. Niet zelden worden mensen dan wakker en komen op voor het kerkgebouw. Voor de vaak kleine restgroep gelovigen die het kerkgebouw nog steeds overeind weet te houden is het soms lastig omgaan met ‘derden’, mensen uit hun naaste omgeving, die zich ineens met hun gebouw gaan bemoeien. Een van de pijnlijkste aanbevelingen in het boek van Jacobine Gelderloos is toch wel dat kerken weer in contact moeten zien te komen met de wereld om hen heen.
Waar gaat het over?
Kerken zijn naar binnen gekeerd geraakt en deskundigen aan het woord in het Katholiek Nieuwsblad stellen de vraag wat de kerken te bieden hebben, wat zij zelf geloven, wat zij graag vandaag de dag met de wereld willen delen. In lokale kerken wordt nogal eens verzucht dat men op dat niveau kan doen en laten wat men wil, de perceptie over de kerk wordt toch vooral gevormd door gebeurtenissen op hoger niveau. Het negatieve krijgt meer aandacht in het nieuws. Gekibbel in de kerk, afwezigheid van visie, gebrek aan inspirerende leiding, misstanden die maar door blijven modderen.
Niet meer alleen
Institutionele kerken zijn niet erg wendbaar. Dat heeft voor- en nadelen en het doet er ook niet zoveel toe. Waar het om gaat is hoe men lokaal een kerkgebouw kan laten werken voor de eigen gemeenschap. Helder is dat geloofsgemeenschappen dit heel vaak niet meer kunnen zonder bijdragen van derden. Dit kan zijn in financiële zin of in de zin van vitaliteit, activiteiten die men alleen of samen met anderen organiseert.
Hernieuwde aandacht
Het project Kerkenvisies van de burgerlijke overheid zet kerkgebouwen in de belangstelling. Deze aandacht heeft ook voor- en nadelen. Mooi dat men zich breed realiseert dat kerkgebouwen niet meer als vanzelfsprekend bestaan en onderhouden kunnen worden. Allerlei creatieve ideeën komen op en alhoewel niet alles te realiseren is, ontstaan er mooie dingen. De vraag is of geloofsgemeenschappen zelf er ook een goede plek in kunnen (her)vinden of houden.
Toch weer het kerkgebouw
Het Katholiek Nieuwsblad wilde kerksluiting onderzoeken en zich daarbij niet ook richten op de herbestemming van kerkgebouwen. Dat blijkt lastig zo niet onmogelijk. Het kerkgebouw is ook de materialisatie van het geloof ter plekke, we hangen er met z’n allen aan, gelovig of niet. Als kerkgebouwen verdwijnen heeft dat veel gevolgen en niet alleen op het terrein van religie.
Keuzes maken
Gaan we dus alle kerkgebouwen zien te behouden? Neen, dat gaat zeker niet gebeuren. Kerkelijk Waardebeheer zet zich er wel voor in om de kerk in het midden te houden, dat kan ook met minder kerkgebouwen. Keuzes maken die op draagvlak kunnen rekenen en het goed afstoten van kerkgebouwen die boventallig zijn, daar zetten wij ons voor in. Het is maatwerk en het kost tijd, veel meer tijd dan men vaak denkt.