Veel kerken zijn in het bezit van een pastorie, (kosters)woning of overige panden. Het komt regelmatig voor dat deze panden niet bewoond zijn of gebruikt worden, om welke reden dan ook. Sinds de Wet Doorstroming Huurmarkt 2015 in werking is getreden, is het mogelijk om gebruik te maken van een kortdurend huurcontract om deze leegstaande panden toch te kunnen benutten.
Wat houdt kortdurende verhuur in?
- Duur 0 – 2 jaar (maximaal één contract)
- Huurprijs kunt u zelf bepalen, tenzij huurprijs lager is dan € 720,42
- Tussentijds opzeggen door verhuurder is niet mogelijk
- Tussentijds opzeggen door de huurder is mogelijk
Wie of wat bepaalt de huurprijs?
De woningeigenaar en verhuurder mag zelf bepalen hoe hoog de huurprijs wordt wanneer deze boven de liberalisatiegrens ligt (‘vrije sector’). De liberalisatiegrens wordt jaarlijks vastgesteld door de overheid. Bij een lagere huurprijs moet de hoogte bepaald worden op basis van de wettelijk vastgestelde puntentelling: het woningwaarderingsstelsel.
Als de gevraagde huurprijs boven de liberalisatiegrens uitkomt, heeft de huurder zes maanden de mogelijkheid om een beoordeling aan te vragen bij de huurcommissie.
Wat als een tijdelijke huurder langer dan twee jaar wil huren?
Het kan voorkomen dat een woning langer beschikbaar blijft dan in eerste instantie gedacht. Het is in zo’n geval niet mogelijk om het contract voor bepaalde tijd te verlengen. Maximaal één contract per huurder voor maximaal 2 jaar is toegestaan. Als de huur niet tijdig opgezegd wordt, dan heeft de huurder recht op een huurcontract voor onbepaalde tijd.
Wanneer is een woning een dienstwoning?
Als het gaat om dienstwoningen wordt onderscheid gemaakt tussen een ‘oneigenlijke’ en een ‘eigenlijke’ dienstwoning:
- Oneigenlijke dienstwoning: de verhuurder heeft met de bewoner/huurder een ‘werkgever/werknemer-verhouding (gezagsverhouding)’. Naast deze arbeidsovereenkomst is er een huurovereenkomst. Vervalt de arbeidsovereenkomst, dan blijft de huurovereenkomst bestaan. De woning is dan geen dienstwoning meer en de huur kan onder de normale huurregeling vallen.
- Eigenlijke dienstwoning: hiervan is sprake als er wordt voldaan aan twee criteria:
-
- De werkgever wijst de werknemer een bepaalde woning toe met het oog op de aard van de door de werknemer te verrichten arbeid.
- Het bewonen daarvan behoort tot de uit het dienstverband voortvloeiende verplichtingen (bijvoorbeeld een koster in een kosterswoning). Bij het eindigen van de arbeidsovereenkomst eindigt tegelijkertijd de huurovereenkomst.
Hoe zit het met huurbescherming?
Wie een huis, appartement, kamer of woonwagen huurt heeft huurbescherming. Voor verhuur op basis van een kortdurend huurcontract gelden speciale regels, er is geen uitgebreide huurbescherming zoals bij normale reguliere verhuur voor onbepaalde tijd. Aan het einde van het huurcontract moet de huurder de woning verlaten.
Verlaat de huurder niet op tijd de woning, moet de verhuurder bij de rechter een verzoek tot ontruiming indienen. Anders wordt de huurovereenkomst gezien als een overeenkomst met huurbescherming, waardoor het lastig wordt om de huurder uit de woning te krijgen.
Bij een kortdurend contract van maximaal twee jaar moet de verhuurder een tot drie maanden van tevoren de huurder schriftelijk op de hoogte stellen dat de huur binnenkort eindigt.
Bewoners van winkelwoningen, dienstwoningen en recreatiewoningen hebben geen huurbescherming. Bewoners van deze woningen kunnen bij geschillen met de verhuurder advies vragen bij het Juridisch Loket.