Nederland is corona-moe en dat geldt zeker voor de kerken. Tegelijkertijd wordt het lente, een seizoen van hoop en het ontluiken van nieuw leven. Precies over dat soort lente schreef René van Loon vorig jaar het boek ‘Lente in de kerk’. Vóór corona en daarom niet minder inspirerend. Dat is ook de doelstelling van het boek: inspireren door impressies van nieuwe en hoopvolle bewegingen te presenteren. Nu zult u wellicht denken: moeten we ons daar ook nog in verdiepen, net nu we zo moe zijn van alles? Jazeker, juist nu is een goede periode om inspiratie op te doen voor de toekomst.
Na de winter
Het uitgangspunt van Van Loon is dat in kerkelijk Nederland hier en daar de lente door begint te breken. Hij ziet daar tekenen van. Aanhaken bij die voorzichtige tekenen is het kenmerk van de door hem beschreven lokale initiatieven. Deze richten zich vooral op andere vormen van kerk-zijn, niet alleen op het liturgische. Daarbij wordt er ook over grenzen heen gekeken, het christendom is meer dan de Nederlandse verschijningsvorm.
Invloed van migranten
Dit laatste wordt duidelijk in de beschrijvingen van christenen die uit het buitenland naar Nederland zijn gereisd. Een belangrijk deel van de migranten in Nederland is christelijk, zij zoeken elkaar op en proberen hun geloof op de voor hen bekende manier te beleven. Dat draait veel om bidden, samen eten, voor elkaar zorgen en minder om fraaie gebouwen. Alhoewel een (kerk)gebouw waar men zich thuis weet natuurlijk ook ontzettend fijn en stimulerend is.
Secularisatie bestrijden
In Nederland staat organisatie vaak voorop. Alles moet goed geregeld zijn, tot stand gekomen na veel overleg tussen allerlei mensen en instanties. Het recept voor een zekere stroperigheid. Elders staat het geloof en het zijn van een gemeenschap voorop. Na enige tijd in Nederland te verblijven krijgen christen van buiten onze grenzen er een drijfveer bij: zij willen het seculiere Nederland weer bij God brengen, waar men vanaf is gedwaald, hetgeen leidt tot een zielloze manier van omgaan met elkaar.
Willen is kunnen
Een belangrijk aspect van veranderen is dat men die verandering echt moet willen. Van Loon is niet naïef en wel een optimist. Zijn liefde voor de boodschap van het christendom is zijn grote drijfveer. In het boek noemt hij naast initiatieven die (deels) naast de institutionele kerken ontstaan ook voorbeelden van vernieuwing in deze kerken. In de protestantse kerken vaak door pioniersplekken of andere lokale initiatieven. Niet alles lukt en dat is geen reden om er maar niet aan te beginnen.
Hiërarchie
Een interessant uitstapje gaat naar Engeland, waar de Anglicaanse kerk in een aantal bisdommen een systematische en succesvolle aanpak van vernieuwing van bestaande geloofsgemeenschappen als beleid heeft. Hier wordt duidelijk wat hiërarchie en een strategische manier van werken kunnen doen: geleide processen, op basis van gedeelde kennis en ervaring, gericht ondersteund met financiële middelen, brengen lokale gemeenschappen tot bloei. Daar kunnen we in Nederland voorlopig alleen van dromen.
Begin
Het eerste wat men volgens Van Loon bij kerkvernieuwing moet doen is voor elkaar bidden. Elke dag weer, steeds opnieuw. Door voor elkaar te bidden ontstaat begrip en hoeft men niet meer negatief te doen over andere vormen van kerk-zijn dan de eigen en vertrouwde. Daarnaast, ook niet heel onbelangrijk, ziet men elkaar dan ook niet meer als concurrenten. Christelijke kerken werken dan samen aan het Koninkrijk Gods. Leven en laten leven is daarbij een belangrijk uitgangspunt. Of zou dat tenminste moeten zijn.
Inspirerend
‘Lente in de kerk’ is een inspirerend en hoopgevend boek, vlot geschreven en dus heel geschikt om door een breed publiek gelezen te worden. Van Loon denkt/hoopt dat het christendom niet uit Nederland verdwijnt en dat de vele denominaties die we in Nederland kennen in de toekomst minder van belang zullen blijken te zijn. Daar zou hij gelijk in kunnen hebben, dat proces is al gaande onder jongeren. Die wel geïnteresseerd zijn in het christendom en niet zo in de exacte stromingen. Pas als christenen, uit Nederland en van daarbuiten hierheen gereisd, voor elkaar bidden, vallen muren weg en ontstaat er iets dat zou kunnen lijken op het Koninkrijk Gods. Kerkgebouwen zijn dan liefdevolle verschijningen, gebouwen waar zij onderdak vinden en gevonden kunnen worden. Toch een mooi perspectief.