Recent verscheen een boeiende bundel: ‘Bouwstenen vanuit de VKB voor een protestantse visie op het kerkgebouw anno 2019‘ (uitgave VKB Dordrecht). De lange titel vertaalt zich niet in een dikke bundel; het zijn slechts – inclusief inhoudsopgave en dankwoord – 36 bladzijden.
Doelgroep
Er ligt veel denkwerk aan deze bundel ten grondslag en deze nodigt ook duidelijk uit om verder te denken. Dit blijkt onder meer uit de opname van een aantal ‘bezinningsvragen voor lokale kerkrentmeesters’. Daarmee hebben we dan de organisatie en doelgroep te pakken: de Vereniging van Kerkrentmeesterlijk Beheer in de PKN en de kerkrentmeesters van de lokale PKN-kerken. Maar wellicht kijken de landelijke organisatie over hun schouder en pikken zo ook hun graantje mee. Om maar te zwijgen van andere kerkgenootschappen.
Thema’s
Het is boeiend de titels van de hoofdstukken (tien sheets van tien dubbele pagina’s, aldus de bundel) tegen het licht te houden. Een aantal titels geeft duidelijk een soort bandbreedte aan: ‘sacraliteit en functionaliteit’, ‘soberheid en transcendentie’, ‘voortzetten en inpassen’, ‘aanpassen en vernieuwen’. Een ander soort tweeslag zien we in: ‘woord en sacrament’, ‘verantwoordelijkheid en rentmeesterschap’. Terwijl de resterende hoofdstukken schijnbaar geen bandbreedte of tweeslag kennen: ‘participatie van de gemeente’, ‘plaatselijk eigenaarschap’ en ‘betrokkenheid naar buiten’.
Vragen
De vlot en zeer leesbaar geschreven bundel, roept alleen al door deze titels direct een aantal interessante vragen op. Heeft participatie van de gemeente geen tegenhanger of bandbreedte met bijvoorbeeld de ambten? Heeft het plaatselijk eigenaarschap geen tegenhanger of bandbreedte met de gemeenschap en subsidiegevers of landelijke kerk? Heeft betrokkenheid naar buiten geen bandbreedte of tegenhanger in het geheim van de binnenkant? Wellicht had ‘woord en sacrament’ in deze protestantse visie, ook voorop mogen gaan in plaats van sacraliteit en functionaliteit. Dan zou de functie van het gebouw ten dienste van Woord en Sacrament, het perspectief van sacraliteit kunnen krijgen.
Aanbevelingen
In de Uitleiding vinden we een soort samenvatting met drie spanningsvelden: a. respect en ruimte, b. traditie en toekomst, c. centraal en decentraal. Het eerste gaat over het niet verabsoluteren van sacraliteit en resulteert in een pragmatisch omgaan met de ruimte van het kerkgebouw. Het tweede is de spanning tussen traditie en toekomst en resulteert in een openstaan voor vernieuwing van de traditie. Het derde is het primaire aspect van de lokale gemeenschap en de vraag naar ondersteuning door een/de ‘centrale (kerkelijke) organisatie’, waarbij in het midden blijft wie of wat daarmee wordt bedoeld.
Begeleiding
Ziet de VKB hier voor zichzelf een rol, zoals uit deze handreiking zou kunnen blijken? Of denkt men aan de landelijke kerk/Dienstenorganisatie? Of aan Kerkelijk Waardebeheer? Misschien denkt men wel aan allen tegelijktijdig en dat in samenwerking met ‘buitenkerkelijke‘-instanties. Hoe dan ook is deze bundel ‘Bouwstenen vanuit de VKB voor een protestantse visie op het kerkgebouw anno 2019‘, een boeiende bijdrage van de VKB. Zeker in deze tijd van Kerkenvisies, waarin de lokale overheid het gesprek met de kerken zoekt en de kerk zich moet bezinnen op de eigen ‘visie op het kerkgebouw’, protestants of niet.
Cor Schaap