Na het verschijnen van zijn eerste boek (‘Als God renoveert, de parochie van onderhoud naar groei’(2019), een bestseller), en de vele gesprekken die hij daarover wereldwijd had, werd voor James Mallon duidelijk dat ‘de vruchtbaarheid op de lange termijn, van een parochie die op weg is naar een missionaire houding, staat of valt met het bisschoppelijk leiderschap’. In zijn tweede boek dus veel aandacht voor de structuur van de RK Kerk en het belang van samenwerking tussen bisdom en parochies.
Ook voor protestanten
Alhoewel het boek nadrukkelijk is geschreven voor en door katholieken, zijn met name de analyses over het zijn van een christelijke kerk in deze tijd evenzogoed van toepassing op de protestantse kerken. Kerkelijk Waardebeheer ondersteunt christelijke kerken bij het nemen van beslissingen over de toekomst van hun kerkgebouwen. Daarbij is de doelstelling van kerken het uitgangspunt. Juist daarover gaat dit boek: wat zijn de doelstellingen van een christelijke kerk en welke structuren passen daarbij?
Geen onderhoud maar missie
De grootste uitdaging voor bisdommen en parochies, en ook voor protestantse kerken, zou niet primair het onderhoud moeten zijn maar het verval. Voor Mallon is de kernvraag hoe kerken de stap van onderhoud naar missie kunnen maken. Hij weet heel goed dat kerken zich vooral vastklampen aan de vertrouwde vormen en ziet daarin het grootste gevaar voor de toekomst. Onderhoud richt zich op het weiden van de schapen die een kerk heeft, terwijl missie zich richt op het bereiken van degenen die buiten de kudde rondlopen. De eisen die de kudde stelt zijn echter ‘oneindig en afmattend’, dus eenvoudig wordt het niet om de koers te verleggen.
Een gigantische machine
Paus Franciscus droomt van een missionaire kerk: een kerk die zich bekommert om de wereld, meer dan om de bescherming van zichzelf. De essentie van het kerk zijn ligt in het Evangelie, terwijl velen in de kerk niet meer geloven dat dit zin heeft. Ofwel heeft men al van alles geprobeerd, zonder resultaat, ofwel verlangt men terug naar het verleden, ofwel is men om andere redenen moedeloos geraakt. De katholieke kerk is namelijk ook een gigantische machine die eindeloos gevoed (moet) worden, terwijl de manier waarop dat gebeurt feitelijk niet meer werkt.
Geen fundamentele verandering
Ook bij vernieuwing richten kerken zich niet op fundamentele verandering. Zij doen iets bestaands op een nieuwe manier. De behoefte voor deze benadering ligt volgens Mallon sterker bij het bisdom dan bij de parochies. De definitie van waanzin is volgens hem dan ook: ‘hetzelfde blijven doen maar andere resultaten verwachten, alsof onze oprechtheid genoeg zou zijn om het verschil te maken’.
Wanneer onze strategie niet werkt raken we teleurgesteld en worden zelfs boos. De schuld wordt afgeschoven op anderen, een goede analyse van de eigen verantwoordelijkheid ontbreekt. Zo hechten de meeste kerken aan gemak en stabiliteit, reden om (bijvoorbeeld) niet met de roosters van vieringen te gaan lopen rommelen. De openheid voor verandering komt niet voort uit overtuiging, maar uit zelfbehoud. De idee heerst dat de kerk mensen moet binnenhalen. Daarmee richten kerken zich op wat zij ván mensen willen, in plaats van op wat ze vóór mensen willen (betekenen).
Petra Stassen