Op 29 en 30 november 2018 vond in Rome een internationale conferentie plaats met als titel: DOESN’T GOD DWELL HERE ANYMORE? De bijeenkomst was georganiseerd door de Italiaanse Bisschoppenconferentie en was met name ingestoken vanuit de belangen van bescherming van cultureel erfgoed. De bedoeling was om elkaar te infomeren en te inspireren bij het nadenken over en zoeken naar alternatieve gebruiksmogelijkheden van kerkgebouwen. Dat een dergelijke bijeenkomst plaatsvindt is op zich al wel bijzonder. Tien jaar geleden (2008, jaar van het religieus erfgoed in Nederland) moesten bisschoppen in Rome nog uitleggen dat zij het afstoten van kerkgebouwen niet bevorderden, maar dat zij probeerden om met andere betrokkenen zorgvuldig te kijken naar de problemen die ontstaan als kerkgebouwen niet meer gebruikt worden voor de eredienst.
Eigendom
In Rome begreep men daar aanvankelijk niets van. Dit heeft zeker ook te maken met het gegeven dat in Nederland de kerkgebouwen eigendom zijn van de plaatselijke kerk (de protestantse gemeente of de katholieke parochie). In de ons omringende landen zijn de kerkgebouwen meestal eigendom van de burgerlijke overheid of deze verzamelt via haar kanalen geld in voor de kerken (Kirchensteuer in Duitsland). De Nederlandse eigendomssituatie van kerkgebouwen is dan ook uitzonderlijk, al wil dat niet zeggen dat daardoor het afstoten van kerkgebouwen in een stroomversnelling is gekomen. In Duitsland zijn in de afgelopen tien jaar ongeveer 500 kerkgebouwen aan de eredienst onttrokken, en geld speelt daar meestal geen hoofdrol.
Goederen als getuigen van geloof
Paus Franciscus stuurde een bericht naar de conferentie. Daarin stelt hij dat het gezonde verstand van gelovigen voorwerpen die bestemd zijn voor de eredienst duurzaam als zodanig beschouwt, zelfs nadat ze hun rol verloren hebben. Kerkelijke cultuurgoederen zijn getuige van het geloof van de gemeenschap die ze heeft geproduceerd door de eeuwen heen, en om deze reden zijn zij op hun eigen manier akten van evangelisatie die gepaard gaan met de gebruikelijke instrumenten van preken en catechese. Hun oorspronkelijke welsprekendheid kan volgens de Paus worden bewaard, zelfs wanneer ze niet langer worden gebruikt in het gewone leven van het volk van God. Dit kan met name door middel museale functies en tentoonstellingen, die niet exclusief een documenten van kunstgeschiedenis zijn, zodat deze goederen een kerkelijke taak kunnen blijven vervullen. De Paus stelt dat de plicht van bescherming en behoud van de goederen van de kerk en met name van het cultureel erfgoed, niet betekent dat ze een absolute waarde hebben. In geval van nood dienen zij het grote belang van de mensheid en vooral van de armen.
Een uitdaging
De observatie dat vele kerkgebouwen nu niet meer gebruikt worden naar hun oorspronkelijke bestemming, moet volgens de Paus niet met angst worden bekeken, maar als een teken des tijds die uitnodigt tot nadenken en aanpassing. Hij roept op om prioriteit te geven aan tijd boven het bezit van ruimten.
Eind januari worden verslagen en aanbevelingen van de conferentie verwacht. Er zijn al een aantal richtlijnen vanuit Rome naar aanleiding van de conferentie verschenen:
DECOMMISSIONING AND ECCLESIAL REUSE OF CHURCHES – Guidelines