Een van de workshops die Kerkelijk Waardebeheer in juni organiseerde had als thema: draagvlak. Wat is het, hoe krijgt men het en hoe belangrijk is het om ernaar te streven?
Dragen
Het begrip ‘draagvlak’ komt van oorsprong uit de natuurkunde en is ‘het vlak waarop een last gedragen kan worden, of drukt’. Op zich is ‘draagvlak’ dus een beetje een vreemde term als het gaat om de instemming van mensen met besluiten. Er wordt mee uitgedrukt dat een besluit ‘gedragen’ wordt, liefst door zoveel mogelijk mensen. In de praktijk kan hooit iedereen tevreden worden gesteld, het streven is om zoveel mogelijk mensen mee te krijgen. Hoe doet men dat?
De juiste mix
Als het om kerkgebouwen gaat is sprake van een complex proces met heel verschillende afwegingen. Een goed besluit is de juiste mix van:
· zakelijke aspecten (financiën, juridische, gebouwtechnische);
· emotie (van gelovigen, omwonenden en andere betrokkenen);
· aspecten van cultureel erfgoed (gedeeld belang van monumenten);
· de doelstelling die een kerk heeft (pastoraal, inhoudelijk programma).
Kerk-zijn voorop
Het laatste aspect is in de ogen van Kerkelijk Waardebeheer het belangrijkste bij de vragen rondom het teveel aan kerkgebouwen. De vraag is voor ons niet: welk kerkgebouw wilt u kwijt, maar: welk kerkgebouw wilt u behouden, om uw doelstellingen in de toekomst te verwezenlijken. De vraag naar het kerk-zijn kwam in de workshop dan ook nadrukkelijk aan de orde. Heeft men scherp hoe men kerk wil zijn, valt te bepalen aan welke eisen een kerkgebouw moet voldoen.
Fasering
Idealiter gaat het antwoord op de vraag naar kerk-zijn dus vooraf aan de gebouwenvraag. In de praktijk is er soms geen tijd meer om hier al te lang bij stil te staan, omdat de kerk de gebouwen niet meer kan betalen. Soms komt men er intern ook niet echt uit. Op tijd beginnen is dus belangrijk. De ervaring van Kerkelijk Waardebeheer is overigens ook wel dat trajecten parallel kunnen lopen. Nadenken over kerk-zijn kan ook begrensd worden door de mogelijkheden die het kerkgebouw of de kerkgebouwen bieden, en dan is het goed om die geïnventariseerd te hebben.
“Objectief alle feiten op tafel te leggen én deze op een goede manier te delen met de gelovigen…”
Feiten op tafel
Draagvlak voor besluiten krijgt men door objectief alle feiten op tafel te leggen én deze op een goede manier te delen met de gelovigen. Pas als mensen de redeneringen kunnen volgen, zijn ze ook bereid om de uitkomst te accepteren. Kerken zien vaak erg op tegen deze discussies, die ook zeker niet eenvoudig zijn. Communicatie vraagt gedegen voorbereiding en dit is niet alleen voor het intern draagvlak van belang, want besluiten kunnen worden aangevochten. Derden zullen dan beoordelen of genomen besluiten voldoende gemotiveerd zijn door de feiten en of er sprake was van een goed proces met belanghebbenden.
Meepraten
In dat verband is het van belang om tevoren goed te overwegen wie er meepraten, waarover en op welk moment. Er zijn gelovigen, er zijn kerkelijke toezichthoudende organen, er zijn extern allerlei partijen betrokken. Te vroeg gaan praten heeft weinig zin (‘komt u eerst maar met een plan’), terwijl het totaal panklaar maken van plannen een risico is. Bij het organiseren van processen van besluitvorming moet er een goed evenwicht gevonden worden tussen voortgang en zorgvuldigheid. Het begint intern, zodat men de contouren weet voor het gesprek extern.
Externe begeleiding
Uit ervaring en onderzoek blijkt dat externe begeleiding behulpzaam is en een belangrijke succesfactor. Door mensen die weten waar het over gaat, die niet zelf betrokken zijn als lid van de lokale geloofsgemeenschap en die soms ook als bliksemafleider fungeren. Kerkelijk Waardebeheer is zo’n externe begeleider met verstand van zaken en altijd graag bereid om te komen praten of we iets voor een lokale geloofsgemeenschap kunnen betekenen.