Deel 5. Ander leiderschap

Over leiderschap

Hier aangekomen in zijn boek, gaat James Mallon uitgebreid in op leiderschap. Maar liefst zes hoofdstukken wijdt hij eraan. De inhoud is vooral van belang voor degenen die de leiders opleiden en aanstellen, dat wil zeggen: de bisdommen. Om die reden worden deze – overigens zeer interessante – delen van het boek hier zeer kort samengevat.

Klerikaal model

Katholieken zijn opgevoed met het idee dat het vervullen van de missie van de kerk primair de taak van priesters is en dat zij zelf de taak hebben te bidden, te bidden en te gehoorzamen. Alhoewel dit model tijdens het Tweede Vaticaans Concilie op zich is verlaten, zit het nog in de haarvaten van de Kerk en de gelovigen.
Gelovigen neigen er (daardoor?) naar om consumenten te zijn, leiders vertrouwen ten diepste op institutionele autoriteit. Op macht gericht leiderschap oogst geen betrokkenheid. Leiderschap draait om relationeel gezag. Dat is gebaseerd op liefde, respect en vertrouwen en haalt het allerbeste in mensen naar boven.

Op macht berustend leiderschap

Mallon noemt tien tekenen van op macht berustend leiderschap. Micro-managen, gebrek aan vertrouwen en behoefte aan controle, die ertoe leiden dat mensen bang voor je zijn, hetgeen je prima vindt. Een agenda voor het heden en het ontbreken van een visie op de toekomst. Een leven dat los staat van andere mensen, denken dat je gedrag wordt overstemd door je woorden. Het afschuiven van fouten op anderen, geen informatie of advies inwinnen bij ondergeschikten of collega’s. Je uitsluitend richten op je missie en niet op de mensen die samen met jou op missie zijn. Niemand meekrijgen. ‘Als je denkt dat je een leider bent, maar je niemand in je kielzog hebt, is de kans groot dat je een wandeling aan het maken bent’.

Invloed

Authentiek leiderschap is te herkennen aan de invloed die iemand heeft. Het kan gaan om formeel of informeel leiderschap. Bij invloed hoort vertrouwen geven, betrouwbaar zijn, toewijding, delegeren, moed en passie. Een belangrijke eigenschap is vriendelijk zijn, omdat mensen vaak niet meer weten wat er precies is gezegd, maar wel het gevoel dat woorden bij hen opriep.  De valkuilen voor leiders (in de kerk) zijn legio. Het gaat om eigenschappen die op zich niet verkeerd zijn, dat echter wel gemakkelijk worden. Een groot ego met God in de binnenzak, macht, controle, prestige, seksualiteit, geschenken, respect et cetera.

Beheer en leiderschap

Het probleem van de Kerk is volgens Mallon niet zozeer haar leer of theologie, maar de wijze waarop zij haar opvatting van leiderschap in de praktijk brengt, in wezen solistisch. De rol van de bisschop of priester als leider is niet los te zien van de katholieke opvatting van wat de Kerk is. Dit is niet onderhandelbaar. Tegelijkertijd moet er verschil gemaakt worden tussen beheer en leiderschap. De meeste bisdommen zijn met beheer bezig.  De kunst en de wetenschap inzake leiderschap gaat aan hen voorbij. Dit kon men zich wellicht permitteren in een tijd dat de schapen vanzelf wel kwamen opdagen, nu niet meer.

Verandering

De richting die de Kerk uit moet gaan is die van het ‘leiden vanuit een team’. Dit betekent niet het afstand doen van leiderschap, het betekent wel het verminderen van gevoelens van eenzaamheid bij priesters en het samen organiseren van de best mogelijke beslissingen. De visie van Mallon wordt door hem uiteengezet aan de hand van het model van het Senior Leaderschip Team.

Dienen

De buitenproportionele nadruk op heiligheid in plaats van op visie veroorzaakt disbalans in het leiderschap. Heiligheid lijkt tegenwoordig op zich al genoeg. Terwijl genade de menselijke aard weliswaar vervolmaakt, ze komt er niet voor in de plaats. Bidden is goed, de menselijke dingen aanpakken blijft nodig. Het leiderschap van Jezus kwam erop neer dat we er zijn om anderen te dienen. Daar moet het weer heen. Dit betekent een transformatie van het priesterambt.

Wat voor pastoor?

Mallon besteedt een hoofdstuk aan het fenomeen van leiden als je niet verantwoordelijk bent. Het betreft hier vooral de parochianen die als vrijwilliger mee (willen) werken. Zij dienen eerst hun pastoor te categoriseren op een schaal van ‘enthousiast steunend’ tot ‘actief tegenstander’. Dit is van belang om vervolgens de aanpak en strategie te bepalen. Mallon noemt hier tien dingen die men ten goede kan doen als men niet de baas is.

Leken die leiden

Het start met bidden, juist en met name voor de leiders met fouten en beperkingen. Zij dienen door de leken aangemoedigd te worden, op hun gemak gesteld. Omdat ze wellicht ook eenzaam, geïsoleerd of onzeker zijn. Betrokken raken is dus belangrijk, aan relaties bouwen. Je neerleggen bij de status quo moet in elk geval niet. Durven dromen, vervuld zijn van de Heilige Geest en de kring om je heen daarmee beïnvloeden zijn beter. Niet onbelangrijk: leken moeten de pastoor permissie geven om te leiden.

 

Naar deel 6 >>

 

Petra Stassen

Copyright © 2020 Kerkelijk Waardebeheer | Website door: Webheld.nl