Cultuur
Het is de verantwoordelijkheid van het bisdom om op de terreinen van visie, structuur en leiderschap de leiding te nemen. Zij dienen een missionaire cultuur te omarmen en in de praktijk te brengen. Dit betekent in veel gevallen een grote omslag.
Giftig of gezond
Cultuur is buitengewoon machtig en die van de Kerk is voor buitenstaanders nauwelijks te begrijpen. Het gaat om de manier ‘waarop dingen hier worden gedaan’ en daar wordt door kerken vaak weinig of geen aandacht aan geschonken. Het is er gewoon. Terwijl juist een bepaalde cultuur elke inspanning om als organisatie te veranderen af kan breken. De basisvraag is of een bepaalde cultuur giftig of gezond is. Dit dient eerst bepaald te worden. Cultuur is daarnaast ook ‘besmettelijk’. De manier waarop een bisdom functioneert, beïnvloedt de cultuur op parochieniveau.
Ander perspectief
De eerste opdracht is om weg te komen van een klerikaal perspectief op leiderschap en ruimte te bieden aan leken. Dit vraagt ook om het definiëren van leiderschap, zodat je daar doelgericht aan kunt werken. Op parochieniveau betekent dit bijvoorbeeld dat niet wordt gewerkt met degenen die zichzelf aanmelden. Je kijkt naar degenen die geschikt lijken om leiding te geven en nodigt hen uit om een bijdrage te leveren.
Minder controle
De rol van het bisdom is vaak controle. Voortkomend uit het gevoel dat men vooral met beheer bezig is, of zou moeten zijn. Wanneer we de gaven van anderen erkennen, betekent dit per definitie dat we niet alles in eigen hand kunnen houden. Sterke controle leidt tot knelpunten en is dodelijk voor innovatie, inzet en energie van mensen. Geringe controle gepaard aan hoge aanspreekbaarheid is de weg die bisdommen zouden moeten gaan. Aan zowel het een als het ander dient bewust en met volharding gewerkt te worden, zodat de cultuur in een bisdom verandert.
Opdracht van Christus
Christus roep ons en de kerken op om ‘alle volken tot mijn leerlingen te maken’. De lat hoeft wat organisatie en leiderschap dus niet hoger gelegd te worden. Wel wat evangelisatie, leerlingschap en aanbidding betreft. Het bisdom heeft daarin een belangrijke rol. In de eerste plaats door zich duidelijk hiervoor uit te spreken. Op parochieniveau is het zaak om catechisatie en evangelisatie uit elkaar te houden en om zich te beperken. De aanname dat activiteit gelijkstaat aan vruchtbaarheid is niet juist.
Kwaliteit
Een aspect van cultuur die steunend is, is kwaliteit. Tot eer van God dient de Kerk zich in te spannen om haar boodschap en missie uitmuntend te brengen. De kerk leidt echter aan middelmatigheid. Het is van belang om juist degenen in het oog te houden die ons nog niet kennen. Daar moet onze communicatie op gericht zijn en dat op een kwalitatieve uitmuntende manier. Een uitnodiging om deel te nemen aan de geloofsgemeenschap betekent dan dus niet een uitnodiging voor de Eucharistie. Het betekent eerder hen te interesseren voor bijvoorbeeld een Alpa-cursus of voor een andere activiteit waar men eenvoudig aan deel kan nemen en die iets voor hen zou kunnen betekenen.
Meten en weten
In bisdommen en in parochies is men vaak druk met dingen die geen enkel verschil maken. Zo zijn kerken dol op statistieken en de vraag is of dat wat gemeten wordt erg zinvol is. Wat eigenlijk gemeten zou moeten worden is hoeveel missionaire leerlingen een parochie herbergt. Dat is een stuk ingewikkelder te meten dan geboortes, dopen, huwelijken et cetera. En tegelijkertijd een stuk interessanter en belangrijker als het gaat om aan de opdracht van Christus te voldoen.
Meten wat belangrijk is
Volgens Mallon is geld geven wel een maat voor betrokkenheid, aanwezigheid niet. Ingeschreven staan is de minst waardevolle maat, omdat er weinig correlatie is tussen inschrijving en deelname. Maten die wel interessant zijn: het aantal deelnemers dat aan Alpha meedoet, het aantal daarvan dat het proces helemaal doorliep en het aantal daar weer van dat zich betrokken blijft tonen. Hoeveel deelnemers aan Alpha waren niet-kerkelijk, hoeveel waren er jonger dan 35 jaar? Een ander belangrijk cijfers is volgens Mallon het percentage parochianen dat dienstwerk verricht ten opzichte van het aantal mensen dat op zondag naar de kerk komt. Hoe hoger dit percentage, des te beter het met de missionaire opdracht van de kerk gaat.
Petra Stassen