(een klein deel uit de lezing van Wim Dekker)
Er is geen enkele reden ons vandaag als christenen in de marge terug te trekken, omdat we maar met weinigen meer zijn. Christenen belijden die God, die de God is van alle mensen, ook van alle seculiere Nederlanders, van alle moslims, van alle religieuze zoekers en van alle uitgesproken atheïsten. Er is niet naast de God van de Bijbel een andere God, die Allah heet. Er is naast de God van de Bijbel, die de God is van de hele aarde en de Schepper van elk mensenkind, niet nog een veel kleinere God, die genoegen neemt met het feit, dat er gelukkig nog christenen zijn, die Hem als optie hebben uitgekozen voor een gelukkig leven. Er is maar één God, Schepper van alle mensen, die zich op bijzondere wijze in Israël bekend maakte en die door Jezus Christus openbaar is geworden als de God van alle volken en alle landen.
Waarom naar de kerk gaan?
Gelooft het christendom nog in de alles overwinnende kracht van de Heer, die haar oorsprong en toekomst is? Om niets anders dan om dit laatste gaat het. Het valt natuurlijk niet zo mee om in de alles overwinnende kracht van de Heer te geloven wanneer je met 13 mensen bent overgebleven in een oud kerkje met piepende deuren, dat waarschijnlijk over een tijdje dicht moet, omdat de kosten niet meer opgebracht kunnen worden. Maar valt het wel mee, wanneer je in een kerk zit met elke zondag 1300 mensen? Het vreemde van het door en door geseculariseerde Nederland is, dat dit laatste ook nog voorkomt. Maar is het daar gemakkelijker om te geloven in Jezus Christus als de Heer van ons leven? Geloven is nooit vrijblijvend. Geloven betekent Hem daadwerkelijk volgen en dienen. Geloven is leerling en volgeling zijn. Misschien moeten we opnieuw beseffen, dat dat nooit vanzelfsprekend is. A.A. van Ruler zegt in zijn boek ’Waarom zou ik naar de kerk gaan ?, ’dat een van de redenen is, waarom we naar de kerk gaan, dat we daar de kans lopen dat we bekeerd kunnen worden’. Hij schrijft ook, dat hij dat accent in veel kerken in zijn tijd mist ondanks al het goede wat verder van de diensten te zeggen valt.
Gezapigheid of de wereld in?
Waar de roep tot omkeer niet meer klinkt zakt de kerk weg in gezapigheid en burgerlijkheid. Dan wordt ze op den duur overbodig. Waarom zou je naar de kerk gaan als je daar alleen maar komt om te horen wat je toch al wel zo ongeveer wist? Nieuwe kansen voor een krimpende kerk zijn er wanneer die kerk uit de kerkelijke cultuur stapt en middenin de wereld opnieuw het verhaal van Jezus gaat vertellen met de daarbij behorende roep tot omkeer. De God en Vader van Jezus en Jezus zelf zijn geen kerkelijke hoogwaardigheidsbekleders, die je alleen binnen de ruimte van een kerk en in een kerkelijk jargon kunt begrijpen. Integendeel. Daarom moeten we met het Woord opnieuw de wereld in. Jezus wil in het gewone dagelijkse leven gekend, gevolgd en gediend worden. De bekering van het hart krijgt ook daar gestalte, in het leven met de ander, heel concreet in relaties, met collega’s, in alles wat in het dagelijks leven gedaan , gezegd en nagelaten wordt.
Laatste der Mohikanen?
Tenslotte probeer ik een en ander nog iets duidelijker toe te spitsen op uw werk. Dan denk ik: in de eerste plaats bent u als kerkrentmeester een gelovig christen. Zo’n christen heeft het in Nederland, met een krimpende kerk en vaak vrienden of naaste familieleden, die niets meer lijken te zien in het christelijk geloof, niet zo makkelijk. Wat u dus evenzeer als alle andere leden van de kerk nodig hebt, dat is dat u er zelf in blijft geloven of er opnieuw in gaat geloven. Dat u er opnieuw in gaat geloven, dat u niet mensen bent in de laatste wagon van een trein, die nog vergeten zijn uit te stappen. Maar dat u in integendeel behoort tot degenen, die de genade ten deel is gevallen eerstelingen te zijn van Gods nieuwe wereld, die komt, omdat u Jezus Christus hebt leren kennen. Die twee totaal verschillende basisemoties vormen een verschil van dag en nacht en bepalen ten diepste alles wat u verder doet en laat in de kerk.
Bron van creativiteit
Het is mijn overtuiging dat die tweede basisemotie tegelijk een bron van creativiteit is om beleid te ontwikkelen, waardoor leden van een krimpende kerk vandaag nieuwe perspectieven ontvangen om als het getij verandert, bakens te verzetten. Het doel zal zijn, dat op zoveel mogelijk plaatsen christelijke gemeenschappen actief aanwezig blijven. Wanneer dat moet zonder het oude en vertrouwde kerkgebouw, dan kan moedig naar andere wegen gezocht worden. Het kan van moed getuigen kerkgebouwen los te laten om juist de christelijke gemeenschap nieuwe kansen te geven. Tegelijk hoeft u zich totaal niet te schamen om alle mensen van goede wil eraan mee te laten werken, dat een kerkgebouw bewaard blijft ten dienste van niet alleen christenen, maar van zoveel mogelijk mensen in een dorp of stad. Het kerkgebouw legt in hout en steen getuigenis af van de kerstening van ons land, die blijvend onderdeel is van onze geschiedenis en die door mensen wel beschouwd kan worden als een gepasseerd station, maar die intussen naar onze overtuiging een blijvend teken is van de levende Christus, die we nooit achter ons kunnen laten, maar die ons altijd vooruit gaat.
Christendom zo gek nog niet
Omdat Hij ons voorgaat, durven wij nieuwe stappen te nemen, ook nieuwe vormen van gemeente zijn te ontwikkelen. We zullen dat zoveel mogelijk samen doen met andere gelovigen. De negentiende eeuw was de eeuw van de kerkscheidingen. In de twintigste eeuw ging dat nog door, maar er ontstond ook een tegenbeweging in de grote en kleine oecumenische bewegingen. In de een en twintigste eeuw zullen allen, die bij Jezus Christus horen elkaar weer vinden. Ze zullen een nieuwe vreugde ontdekken in hun gezamenlijke roeping licht der wereld en zout der aarde te zijn. Zo zullen ze op hun manier de missie van Willibrord voortzetten. En wie weet komt er een dag, dat zo geheten seculieren zullen zeggen: dat christendom was zo gek nog niet. In vorige generaties hebben we te snel met het badwater het kind weggeworpen. Dat zou toch zomaar kunnen. Maar uiteindelijk gaan wij daar niet over. Van ons wordt niet anders gevraagd dan vreugdevolle volharding, wegen gaan waarop Jezus Christus zelf ons leidt. Wat zijn we daarin zeer bevoorrecht, ‘begenadigd’, in kerktaal gezegd.